Expedition Island Pride: diepzeebronnen of vernietiging van het milieu?
In 2025 gaat een expeditie onderzoek doen in de diepzeemijnbouw naar mangaanknollen, waarvan de grondstoffen cruciaal zijn voor elektrische auto’s en windenergie.

Expedition Island Pride: diepzeebronnen of vernietiging van het milieu?
Fascinerende schatten liggen sluimerend in de zee: mangaan, nikkel, kobalt en koper, gebonden in de vorm van mangaanknobbeltjes, wachtend om ontdekt te worden. Deze mineralen zijn van uitzonderlijke waarde vanwege hun gebruik in moderne technologieën, met name in batterijen voor elektrische auto's en windturbines. De mogelijkheid om deze grondstoffen in de diepzee te oogsten wekt verlangen en is onderwerp van huidig onderzoek.
Aan boord van de onderzoeksexpeditie ‘Island Pride’ vindt momenteel een diepgaande analyse plaats van de mogelijke milieueffecten van de grondstoffenwinning. ARTE-verslaggever Michael Stocks en zijn cameraman zijn het enige filmteam dat de onderneming begeleidt en de tests documenteert van een grote onderwateroogstmachine die tot doel heeft de zeebodem efficiënt te bewerken. De aandacht wordt echter gevestigd op de controverses die door verschillende wetenschappers zijn geuit. Veel onderzoekers vrezen dat de winning van mangaanknollen de delicate mariene ecologie ernstig zou kunnen ontwrichten, wat zou leiden tot verhitte discussies binnen de wetenschappelijke gemeenschap en daarbuiten.
Het debat over grondstoffen uit de zee
Er zijn over de hele wereld verschillende benaderingen van het onderwerp diepzeemijnbouw. Terwijl Duitsland, dat een vergunning heeft in de Clarion-Clipperton-zone tussen Hawaï en Mexico, een moratorium op diepzeemijnbouw heeft afgekondigd om de ecologische gevolgen te onderzoeken, staan veel andere landen en bedrijven sceptisch tegenover dergelijke beperkingen. Volgens het Federaal Instituut voor Geowetenschappen en Natuurlijke Hulpbronnen zou Duitsland 6% van zijn koperbehoefte, 51% van zijn nikkelbehoefte en zelfs 80% van zijn kobaltbehoefte kunnen dekken door deze minerale hulpbronnen te exploiteren.
De International Seabed Authority (ISA) is van plan om deze zomer regelgeving vast te stellen voor diepzeemijnbouw. Dit komt te midden van een groeiende belangstelling omdat meer dan twintig lidstaten van de ISA, evenals grote bedrijven zoals BMW, Google, Samsung en Volvo, een gedeelde interesse tonen in de mijnbouw van oceaanbronnen. Ondertussen heeft Japan al licenties en plannen verworven om zeldzame elementen in zijn economische zone te delven, wat mogelijk betekent dat het land zijn grondstoffenvoorraden voor decennia kan veiligstellen. Japan steunt een moratorium niet en streeft daarom naar een agressieve exploitatie van zijn mariene hulpbronnen.
De situatie in Tonga
Ook de eilandstaat Tonga heeft ambivalente opvattingen over diepzeemijnbouw. De regering werkt samen met een bedrijf om de mogelijkheid te exploiteren om mangaanknollen te winnen om zo de noodlijdende begroting te herstellen. Vissers in het gebied uiten echter hun zorgen en vrezen dat dit een negatief effect kan hebben op de visbestanden en op de toeristische walvisobservatie. Een forum van het maatschappelijk middenveld roept zelfs op tot een verbod op diepzeemijnbouw, terwijl de Geological Survey economische kansen ziet in Tonga. Tonga zou tot 2,50 dollar kunnen verdienen per ton opgehaalde mangaanknollen, met een potentiële mijnbouw van maximaal drie miljoen ton per jaar.
Het debat over diepzeemijnbouw houdt niet alleen onderzoekers, overheden en bedrijven in spanning, maar roept ook de vraag op naar de balans tussen technologische vooruitgang en milieubescherming: hoeveel zijn we bereid te riskeren voor onze grondstoffen en welke toekomst willen we creëren voor de oceanen? Een antwoord hierop wacht nog steeds terwijl de ‘Island Pride’-expeditie de natuur tot op de bodem uitzoekt.
Verdere informatie is beschikbaar op prisma En dagelijks nieuws.