Ongeval in Tirol: rechtbank wijst vordering tot schadevergoeding tegen bestuurder af

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

Een uitspraak van de regionale rechtbank van Keulen verduidelijkt de schuldvraag bij een verkeersongeval tussen Duitse chauffeurs in Tirol.

Einen Verkehrsunfall zwischen deutschen Autofahrern in Tirol klärt ein Urteil des Landgerichts Köln hinsichtlich der Schuldfrage.
Een uitspraak van de regionale rechtbank van Keulen verduidelijkt de schuldvraag bij een verkeersongeval tussen Duitse chauffeurs in Tirol.

Ongeval in Tirol: rechtbank wijst vordering tot schadevergoeding tegen bestuurder af

Op 14 september 2025 vond in Tirol, Oostenrijk, een verkeersongeval plaats tussen twee Duitse chauffeurs. Roland Rollert haalde verschillende voertuigen in op een federale snelweg toen een andere Duitse bestuurder naar links uitwijkde om af te slaan. Het ongeval vond plaats op het moment dat Rollert de bestuurder inhaalde. Als gevolg hiervan klaagde Rollert de verzekeringsmaatschappij van de andere partij aan voor schadevergoeding.

De rechtsgrondslag van deze situatie werd door de regionale rechtbank van Keulen onderzocht onder dossiernummer 36 O 325/23. De rechtbank oordeelde dat het Oostenrijkse recht van toepassing was, wat een cruciaal keerpunt in de procedure vormde. Volgens de jury heeft Rollert de linker richtingaanwijzer van de bestuurder opgemerkt en had hij dienovereenkomstig moeten reageren. Hij werd schuldig bevonden omdat hij de rechtsafslaande vrouw niet had ingehaald, wat in deze verkeerssituatie wel nodig zou zijn geweest.

Inhaalkansen en aansprakelijkheid

Ook benadrukte de rechtbank dat inhalen verboden was en veilig inhalen niet meer mogelijk was. Deze bevinding leidde tot het ontslag van de rechtszaak, waarbij de volledige schuld op de bestuurder van de eiser viel, namelijk Rollert. Dit besluit toont het belang aan van het uitwisselen van verkeersregels tussen verschillende landen en de invloed daarvan op schadevergoedingsclaims.

Voor bestuurders die betrokken zijn bij een ongeval in Oostenrijk gelden speciale procedures. Het is raadzaam om na een ongeval direct te stoppen, een signalisatievest aan te trekken en de plaats van het ongeval af te zetten. Bij persoonlijk letsel moeten politie en hulpdiensten worden ingeschakeld, terwijl bij kleine plaatschades politie-ingrijpen vaak niet nodig is. Er geldt een blauwlichtbelasting van 36 euro als de politie zonder noodzaak wordt gebeld, maar deze kosten kunnen worden teruggevorderd bij de aansprakelijkheidsverzekering.

Compensatie en juridisch kader

Documentatie van het ongeval is essentieel. Daarom kan het Europese ongevallenrapport nuttig zijn bij het registreren van kentekenplaten, namen en verzekeringsgegevens. De aanvraag voor schadevergoeding kan rechtstreeks worden ingediend bij de tegengestelde verzekeringsmaatschappij in Oostenrijk of bij de wettelijke vertegenwoordiger in Duitsland. Het is belangrijk dat de verjaringstermijn voor dergelijke claims in Oostenrijk drie jaar bedraagt ​​en dat de verwerkingstermijn voor verzekeringspolissen uiterlijk drie maanden na de kennisgeving mag liggen, tenzij er sprake is van een gerechtvaardigde vertraging.

Met betrekking tot verhaalbare schadeposten voorziet de Oostenrijkse wet in specifieke regels. Hieronder vallen onder meer reparatiekosten, huurautokosten en sleepkosten. Ook juridische kosten worden grotendeels gedekt, terwijl er geen compensatie voor gebruiksverlies wordt verstrekt. In geval van persoonlijk letsel worden de medische en verpleegkundige kosten vergoed, maar als compensatie gewenst is, moet het inkomensverlies worden bewezen.

Samenvattend illustreert de casus van Roland Rollert de complexiteit en uitdagingen van verkeersongevallen in een internationale context en hoe belangrijk het is om goed aandacht te besteden aan het specifieke wettelijke kader. Deze verschillende regelgeving kan aanzienlijke gevolgen hebben voor de schadeafwikkeling, zoals: MDR-rapporten en ook die ADAC-hoogtepunten.

Quellen: